Astro-blog 65: Lof op de verrekijker.

Onlangs had ik weer eens het genoegen vanaf de skipiste naar de sterren te kijken. Nu is dat altijd een mooi gezicht, maar dit maal was het uitzonderlijk helder en viel ik van de ene verbazing in de andere. Een enthousiast verhaal...

6 januari 2011

Al eens eerder schreef ik over het mijn fascinatie bij het zien van het uit honderden miljarden sterren bestaande sterrenstelsel M33, waarvan het flauwe schijnsel er drie miljoen jaar over gedaan heeft om ons te bereiken (1). Ik keek toen door een stevige telescoop, maar desondanks duurde het een tijdje voor ik uberhaupt iets zag van dit stelsel, terwijl ik toch op één van de donkerste plekken van Nederland stond. Een voor mij meer vertrouwd gezicht is de Orionnevel, die ook vanuit mijn achtertuin in een buitenwijk zichtbaar is.

Ik had ditmaal geen telescoop meegenomen naar de wintersport, omdat we geen skibox op het dak wilden en de auto dus volbeladen was. Wel had ik mijn onafscheidelijke verrekijker bij me, beeldgestabiliseerd, met een lensopening van vijf centimeter. Eén van de laatste avonden van de vakantie, op tweeduizend meter hoogte, was het ongelofelijk helder. Vaak zit er wel wat vocht in de atmosfeer en geeft de reflectie vanaf de sneeuw toch strooilicht, maar dit maal was de hemel werkelijk zwart en bezaaid met sterren. Ondanks de kou besloot ik maar weer eens de skipiste op te lopen, tot ik me midden tussen de dennebomen en bergen bevond en van de beschaving geen spoor meer te zien was.

Ik keek in oostelijke richting naar de bergen waar zo meteen de Orionnevel zou moeten opkomen, maar wat ik zag was het schijnsel van een autokoplamp. Ik besloot even te wachten tot de auto verdwenen was en Orion wat hoger stond. Ik ging op mijn rug op de piste liggen en richtte de verrekijker op de Andromeda-nevel. Tot mijn verrassing besloeg dit sterrenstelsel, meestal een vlek met weinig structuur, het hele beeldveld van de verrekijker, en zag ik de donkere stofbanen vaag afsteken tegen de lichte overige delen. Ook één van de twee kleinere begeleidende stelsels was duidelijk te zien. Ik wist niet dat zoiets mogelijk was met een verrekijker.

Opeens dacht ik aan M33. Die vind ik nooit, zo uit m'n hoofd, dacht ik, mij de moeizame zoektocht met telescoop en sterrenkaart in Nederland herinnerend. Boven de bergen kwam bewolking uit het westen aanzetten en tijd om in het appartement nog een hemelatlas op te halen was er niet meer. Op de gok richte ik de verrekijker op de plek waar M33 ongeveer moest staan. Een nog grotere verrassing. Het sterrenstelsel stond helder en duidelijk midden in het beeldveld van mijn verrekijker, veel beter zichtbaar dan op die donkere plek in Nederland, waar ik met een telescoop die negen keer zoveel licht verzamelde als de verrekijker slechts een flauw schijnsel had kunnen zien. Gefascineerd bleef ik langdurig kijken.

De bewolking rukte onontkoombaar oostwaarts op, maar het onbewolkte deel van de hemel was nog steeds onwaarschijnlijk helder. Omdat het snel helemaal dichtgetrokken zou zijn, richtte ik de verrekijker nogmaals op Orion en geloofde mijn ogen niet. Wat ik had aangezien voor het schijnsel van een autokoplamp, was nog steeds zichtbaar, maar had zich nu losgemaakt van de oostelijke bergkam: het was niets minder dan de Orionnevel zelf. Verblufd liet ik de verrekijker zakken en keek met het blote oog naar de felle, kraakhelder tegen de zwarte achtergrond afstekende lichtvlek. Hoe is dit mogelijk? Er bestaat blijkbaar donker en donker... En die laatste vorm van donker komt op het vasteland van Nederland niet meer voor, al is het nog zo, eh... donker.

Toegegeven, om ringen van Saturnus en de Rode Vlek en wolkenbanden van Jupiter goed te zien, heb je een telescoop nodig. Maar voor sterren en sterrennevels is voor een nederlander blijkbaar maar één ding van belang: dat je kijker makkelijk mee te nemen is, mee naar donker buitenland, en daar, te voet, mee naar de donkerste plek die je kunt vinden. Een goede verrekijker is daarvoor hèt aangewezen middel.

JdeH

1) Licht heeft een snelheid van 300.000 km/s

Foto M33: Hewholooks, licentie: Creative Commons