Ares I-X is de testversie van de toekomstige gewichtheffer onder de raketten: Ares I. Ares I is oorspronkelijk bedoeld als opvolger van de Space Shuttle. De Space Shuttle was slechts in staat mensen en zwaar materiaal in een lage baan om de aarde te brengen. Voor Ares I geldt die grens niet. Daarmee komen voor de VS bestemmingen zoals de maan (opnieuw) en mars in principe binnen bereik van bemande vluchten. Zowel over doel als middelen bij toekomstige vluchten is echter een discussie gaande.
3 november 2009
- Doel: Zware draagraketten kunnen op veel manieren worden ingezet. Aanvankelijk was het idee om met de Ares I o.a. mensen naar het Internationale Ruimtestation te brengen. De planning van de Ares I is echter zo uitgelopen dat het ruimtestation al buiten gebruik zou zijn op het moment dat de raket klaar is. Nu zal dat niet zo'n vaart lopen, het is waarschijnlijk economisch aantrekkelijk het ruimtestation langer in bedrijf te houden zolang het goed functioneert of met redelijke middelen functioneel gehouden kan worden. Wel is het zo dat op dit moment wordt overwogen ter overbrugging ook de Space Shuttle nog operationeel te houden.
Onder de regering Bush was daarnaast terugkeer naar de maan het eenduidige doel. Inmiddels wordt daar genuanceerder over gedacht. Een diversere aanpak vergroot de wetenschappelijk opbrengst en vermindert de risico's. Een bemande maanlanding en het opzetten van een permanente basis heeft zeker voordelen. Zo'n basis kan worden gebruikt voor allerlei wetenschappelijk onderzoek en als tussenstation voor het eventueel naar een andere planeet brengen van een zware lading. Daarbij hoeft het niet persee om bemande vluchten te gaan. Ook een zwaar mars-laboratorium is vanaf de maan met z'n geringere zwaartekracht eenvoudiger te lanceren, gesteld dat de benodigde brandstof op de één of andere manier ter plekke zou kunnen worden gefabriceerd, bijvoorbeeld door electrolyse van het op de maan aanwezige water.
- Middelen: In de tijd van de koude oorlog lagen de zaken simpel: er was een bijna onbeperkte inzet van overheidsmiddelen om de ander een stap voor te blijven. Nu ligt dat totaal anders. Prestige speelt niet meer de hoofdrol. Samenwerking met andere landen is al langer aan de orde. Ook is het normaal dat private bedrijven onderdelen van ruimtevaartuigen leveren.
Maar de discussie gaat op dit moment veel verder. Uitgangspunt is: creeer een stabiele vraag en het aanbod volgt vanzelf. Commerciele partijen zijn dan geen onderdelenleveranciers meer maar nemen verantwoording voor het geheel. Of de Ares I ooit in reguliere dienst zal komen is daarom de vraag.
Als door commercialisering van de aanbodzijde van de ruimtevaart het tempo van wetenschappelijk onderzoek verhoogd kan worden is dat wat mij betreft een goede zaak. Een groter diversiteit in het aanbod zal ongetwijfeld op z'n beurt de vraag stimuleren, bijvoorbeeld de al bestaande vraag naar korte toeristische tripjes in de ruimte. Ruimtevaart wordt misschien gewoner, de ontdekkingen in het verschiet worden er niet minder spannend door.
JdeH
Foto lancering Ares I-X: NASA