De ster Chara lijkt als twee druppels water op onze zon. Alleen bestaat hij al 2 miljard jaar langer.
1 mei 2009
Op de dag dat ik deze blog schrijf, één dag na koninginnedag, vraag ik me even af hoe relevant het nu eigenlijk is, zo'n verhaal over de sterren. Is het heelal een soort sprookje, om af te leiden van de rauwe aardse werkelijkheid? Toch niet. Er is geen reden om aan te nemen dat eventuele andere heelalbewoners allemaal engeltjes zijn. Als er andere intelligente wezens zijn in het heelal, dan maken ze net als wij een ontwikkeling door. De ontwikkelingsweg van de mensheid leidde langs hoge toppen en inktzwarte dalen. Hoe zou de mensheid eruit zien over 2 miljard jaar? Hopelijk weet de idee "één wereld of géén wereld" zich uiteindelijk in de genen van onze evolutionaire erfgenamen te nestelen. Misschien, als u één dezer dagen een keertje naar Chara kijkt, hebt u inderdaad een vreugdevolle wereld in het oog.
U vindt Chara als volgt:
Astronomen hebben al enige jaren belangstelling voor Chara. In 2006 kenschetste astronome Margaret Turnbull deze ster als dè topkandidaat voor het zoeken naar buitenaards leven. Chara is nog geen doelwit geweest bij de zoektocht naar planeten buiten ons zonnestelsel (exoplaneten). Satelliet Kepler onderzoekt om technische redenen een ander gebied en vanaf de aarde waren aardachtige exoplaneten met aardachtige banen tot nu toe helemaal niet waar te nemen. Ook observaties vanaf de aarde maken echter een snelle ontwikkeling door en het moment dat we aanwezigheid van aardachtige planeten bij sterren als Chara betrouwbaar kunnen vaststellen laat vermoedelijk niet meer dan een paar jaar op zich wachten.
Chara staat "maar" zevenentwintig lichtjaar(2) van ons af en is desondanks een zwak sterretje. De meeste sterren zijn onvergelijkelijk veel verder en groter. Gezien vanaf een planeet bij Chara zou onze zon er net zo onooglijk uitzien. In gedachten zie ik een wezen met 2 miljard jaar ontwikkelingsvoorsprong moeiteloos meelezen met de letters die op mijn beeldscherm verschijnen: "Weet je wat het is, ze moeten er daar onder de zon toch echt zelf achter komen, anders geloven ze 't nooit..."
JdeH
(1) Bij individuele sterren zoals Chara helpt een verrekijker op een merkwaardige manier. Meestal is de grootte van de voorste lenzen van belang, maar hier niet. Het gaat om de vergroting. Een kijker met een vergroting van slechts 5x vergroot het schijnbare oppervlak van de achtergrond al 25x. Een gelijke hoeveelheid storend strooi- of maanlicht wordt dus over een veel groter oppervlak uitgesmeerd. Voor de sterren zelf geldt dat niet, het blijven puntjes. Al vergroot u ze honderden malen, hun licht wordt niet over een groter oppervlak uitgesmeerd. De helderheid van de achtergrond (uitgesmeerd) neemt dus af ten opzichte van de helderheid van de sterren (niet uitgesmeerd): Het is alsof u onder een donkerdere hemel staat. Zelfs een bescheiden toneelkijker laat dit effect overduidelijk zien en toont u Chara moeiteloos vanuit een met straatlantaarns verlichte voorstad. Voor uitgebreide objecten zoals nevels gaat deze vlieger helaas niet op. Hun schijnbare oppervlak wordt meevergroot met de achtergrond en het effect van lichtvervuiling blijft onverminderd aanwezig.
(2) Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar aflegt. Per seconde is dat 300.000 km. Als u dit getal vermenigvuldigt met het aantal seconden in een jaar, komt u op 10.000.000.000.000 km. Chara staat dus 270.000.000.000.000 km van ons vandaan, 270 x miljoen x miljoen km. Kosmisch gezien is dit in de achtertuin.